Afgelopen weekend hebben we twee lieve logees in huis gehad. Geis en Ronja kwamen Elska gezelschap bieden en het was heerlijk om zo veel IJslandse liefde om ons heen te voelen.
Het is altijd even spannend hoe dat zal gaan, een wandeling met logees, vooral als je daardoor met drie honden loopt i.p.v. één. Het tweetal paste zich echter al snel aan en vonden het prima om mij niet vooruit te sleuren. “Wil jij even de paraplu vasthouden?” Ja hoor, tuurlijk, en zo liep ik met drie honden en een paraplu over straat. Een mooi fotomomentje vond Coen en ik moet toegeven, het zag er best wel stoer uit. En dus voelde ik mij stoer, met die drie IJslanders die we zowel aan de lijn als bij het loslopen onder controle hadden. Waarvan andere mensen niet doorhadden dat het logees waren, doordat ze zo netjes terug kwamen. Alleen Geis werd soms wat bang aangekeken, doordat hij alle mensen leuk vindt die hij tegenkomt en ze dan tegemoet lacht. Zijn wij niet gewend, om te moeten uitleggen dat een hond lief naar je toe komt lopen en “gewoon” naar je lacht, maar het had wel iets. Stiekem zat ik elke keer in mezelf te gniffelen om die hoofden, hoewel twee mensen door hadden dat het lief bedoelt had en hij toch de aai kon scoren waar hij voor kwam.
Überhaupt zijn we eigenlijk niet gewend dat onze hond op mensen af loopt, Elska is alleen geïnteresseerd in andere honden. Mensen zijn voor haar een soort onderdeel van het decor van de grote wereld, die zijn er gewoon en hoef je verder niets mee te doen. Behalve dan de lieve oude meneer met de Friese Stabij, want hij kwam een keer met een zak voor gedroogde kipfilet bij de supermarkt vandaan en kon haar lieve koppie niet weerstaan…
Op zondag was het echt grote pret, want we hadden afgesproken met nog drie andere IJslandse vriendjes in Bentwoud. Alle honden konden het met elkaar vinden, hadden allemaal een maatje dat gelijkwaardig was. Elska zag haar grote vriendin Hnysa weer waarmee ze keihard kan racen en de wedstrijd “ranzigste hond van de dag” aanging. Helaas, Hnysa had alwéer gewonnen. Muni kwam er regelmatig even bij voor een sprintje en een knuffel, maar vond het enorm drukke gedoe iets te intens. Samen met Hugi vindt hij het ook prettig om zelf op onderzoek uit te gaan, snufje hier en snufje daar, even badderen, een tak najagen als die stoer genoeg was en vooral regelmatig een knuffel scoren bij de baas.
Geis en Ronja hielden het bij bekend terrein en gingen er samen op uit, heftiger dan de rest gingen ze tekeer doordat ze elkaar grenzen door en door kennen. Toch bleven ze wel in de buurt en kwamen regelmatig een snoepje of een knuffel halen.
We hebben gewandeld, gelachen, gegeten, ballen en takken gegooid en de honden flink gebadderd. O ja, en een drone weggejaagd, met groot succes! Opeens zo’n vreemd ding in de lucht dat ook nog geluid maakt, kán ook werkelijk NIET. Dus daar gingen ze hoor, met z’n allen blaffend erop af, maar nog wel op veilige afstand blijven staan. Eigenlijk had maar één van het stel daadwerkelijk door waar ze naartoe stonden te blaffen, maar dat even terzijde. De drone werd door de eigenaar uit de lucht gehaald en de rust was wedergekeerd, takjes werden gezocht en naar binnen gewerkt en de race voor de gevonden tennisbal kon beginnen.
Het moment dat logees worden opgehaald is altijd een beetje moeilijk. In korte tijd geniet je zo van die honden dat het stiekem heel jammer is dat ze weer weggaan. Maar wat een genot om de blijdschap te zien waarmee de baas werd begroet toen ze voor de deur stond! En de blijdschap waarmee je zelf dan ook nog weer even begroet wordt, als een soort bedankje voor het logeren? Net als dat je als kind je oma altijd een dikke knuffel gaf als je ouders je weer kwamen ophalen? Of zijn ze juist enorm blij dat ze weer van je af zijn?
Tja… We gaan maar uit van het eerste 🙂