Zo’n 1100 jaar geleden werden de eerste IJslandse Honden door de Vikingen meegenomen van Noorwegen naar hun kolonie IJsland. Op IJsland werd het ras ontwikkeld tot wat het nu is. Zeer mensvriendelijk, een alerte waker en een attente drijver en hoeder van het vee, met een onuitputtelijke energie en een goede gezondheid.
De IJslandse Hond is een intelligente hond die snel leert, zowel positieve dingen als negatieve dingen. Vaak leert hij zelfs sneller dan zijn baas. De IJslander is zeer geschikt voor een positieve training, zoals clickertraining. Door zijn gevoelige aard is hij absoluut ongeschikt voor mensen die niet consequent kunnen opvoeden of hardhandig of opvliegend van aard zijn.
Hij is heel sociaal naar mensen (volwassenen en kinderen), een goede socialisatie en opvoeding zijn daarbij van groot belang. Hoewel de IJslander het over het algemeen goed met kinderen kan vinden, blijft de begeleiding van de ouder naar het kind hierbij heel belangrijk. Leer uw kinderen hoe ze met de hond moeten omgaan. Zelfs een IJslander is en blijft een hond.
De IJslandse Hond is altijd opgewekt, attent en levendig en hij werkt graag, hij heeft dit zelfs nodig. Zijn werklust maakt hem zeer geschikt voor allerlei sportieve bezigheden, zoals flyball, behendigheid, doggydancing, maar ook lange wandelingen en geestelijke bezigheden zoals zoekspelletjes zijn favoriet. Biedt u hem te weinig bezigheden, dan kan hij zich ontpoppen tot een nerveuze, blafferige hond. Voor meer informatie over sporten met de hond klik hier.
Hij is dol op menselijk gezelschap, hij volgt de baas overal en slaapt aan je voeten. Daarom is het voor de IJslander heel moeilijk een groot deel van de dag alleen te zijn. Dit zal van pup af aan aangeleerd moeten worden en altijd gecompenseerd moeten worden met bijv. een uitgebreide wandeling en/of wat hersenwerk.
Andere dieren die tot zijn gezin behoren zal hij accepteren en beschermen als hij er van jongs af aan mee is opgegroeid.
Door zijn oorspronkelijke werk als drijver van vee blaft hij veelal tegen rennende dieren. Hij heeft nauwelijks jachtinstinct, maar vanwege zijn drijfinstinct moet al van jongs af aan worden voorkomen dat hij fietsers, joggers, katten e.d. najaagt. Jong niet geleerd is oud niet gedaan.
Tijdens een wandeling hoeft de baas maar zelden zijn IJslander te roepen. De hond wil zijn baas niet kwijt raken en blijft daarom zelf in de buurt. Toch blijft het een zelfstandig ras dat er gerust een stukje op uit gaat, vooral jonge reuen hebben de neiging hun baas voor een periode alleen te laten en hun neus te volgen. Van pup af aan intensief trainen (aan een lange lijn) kan hierbij uitkomst bieden.
Favoriete tijdsbesteding van de IJslandse Hond tijdens een wandeling is rommelen, rotzooien, graven en sprintjes trekken. Zodra er water is wordt er op z’n minst pootje gebaden, sommige IJslanders zwemmen ook nog een stukje of duiken zelfs ballen op!
De IJslandse Hond is waaks en kondigt bezoek veelal blaffend aan. De neiging tot blaffen laat zich nauwelijks onderdrukken, maar de hond kan geleerd worden te stoppen met blaffen als de baas dat vraagt.
Door zijn duidelijke lichaamstaal en onbedorven gedrag kan de IJslander het over het algemeen goed met andere honden vinden, maar sommige reuen kunnen zich dominant gedragen t.o.v. andere reuen. Ook hierbij is een goede socialisatie en begeleiding van groot belang.
Dit alles maakt de IJslandse Hond geen hond die voor iedereen geschikt is.
De geschikte baas voor een IJslandse Hond is iemand die elke dag tijd vrijmaakt om de hond minimaal 1,5 tot 2 uur vrije beweging te geven, met hem traint en spelletjes met hem doet waarbij hij zijn hersenen goed moet gebruiken. De geschikte baas kan consequent, maar met zachte hand opvoeden en neemt alle tijd voor een verdere socialisatie en opvoeding.
Hou dit in gedachten alvorens u besluit een IJslander in uw gezin op te nemen.